Ieder met zijn hymne, ieder met zijn vlag.
Ieder in dit landje heeft zijn eigen feestjesdag. (J.Verminnen)
Juli, dat is het seizoen waarin nationalisten van allerlei pluimage hun jaarlijks krop in de keel krijgen.
De Amerikaanse de vierde, de Vlaamse de elfde, de Franse de veertiende en de Belgische nationalisten de eenentwintigste. Als een monster van Loch Ness duikt ook geregeld het debat over de vlaggen op, en het respect of eerbetoon dat ze al dan niet verdienen.
Voor materialisten, van Batavus Droogstoppel tot evenementenbureaus, is een vlag een gekleurde lap textiel, die als versiering kan gebruikt worden. Wat er op de vlag staat is niet belangrijk, het zijn de frisheid van de kleuren en het gewapper in de wind die bijdragen tot de feestvreugde. Het is een standpunt waarvan je zou denken dat de meeste atheïsten het zouden delen, maar niets blijkt minder waar… Vlaggen zijn, ook in vrijzinnige kringen, symbolen, die met sterke emoties gepaard gaan, en niet enkel de vlag van de eigen vereniging.
De vlaggen historie… Een moeilijk verhaal, niet alleen omdat de emoties die ermee gepaard gaan zo heftig zijn – ook bij mensen die er prat op gaan zich rationalist te noemen – maar omdat de betekenis van de symbolen niet voor iedereen dezelfde is.
Een rode vlag is al sinds de 19de eeuw symbool van opstand en verzet tegen uitbuiting en verdrukking. In Nederland was het uitsteken van een rode vlag de aankondiging van een staking. De Internationale arbeidersbeweging koos de rode vlag als symbool, en sindsdien is rood de kleur van de meeste partijen en vakbonden die zich als een erfgenaam ervan beschouwen, en dat is een brede waaier van brave sociaal-democraten tot dogmatische extreem-linksen. Ook nuchtere socialisten “doet het iets” om op één mei een volkshuis met wapperende rode vlaggen te zien (gelukkig zijn Rumst en Terhagen hier niet zo ver vandaan, daar kun je dat gevoel nog beleven). Uiteraard hebben politieke tegenstrevers dat positieve gevoel niet, en op vele plaatsen wordt aan de bevlagging met rode vlaggen geknabbeld, wanner de socialisten uit de meerderheid verdwijnen.
Toch was het niet voor de eigen rode vlag dat de socialistische fractie op de barricaden klom in de Mechelse gemeenteraad. Op initiatief van het 8-Meicomité werd aangeklaagd dat op de top van de Sint-Romboutstoren de vlag van de stad Mechelen en die van de Vlaamse gemeenschap wapperen, en dat de Belgische driekleur enkel uitgehangen wordt wanneer dat wettelijk verplicht is.
Voor het 8-meicomité is de driekleur het symbool van de parlementaire democratie, van de strijd voor onafhankelijkheid en mensenrechten en tegen de vreemde overheersing. Dat is op zich een eerbaar standpunt, en ik heb daar alle respect voor, of, juister gezegd, ik heb alle respect voor het 8-meicomité. Voor mij heeft de Belgische driekleur emotioneel geen positieve connotatie, integendeel. Voor mij is de driekleur iets dat ik associeer met vermenging van kerk en staat (Te Deum…), het separatisme van 1830 gevolgd door de etnische zuivering van het overheidsapparaat (verwijdering van alle Nederlandstaligen en andere voorstanders van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden), het afschaffen van het openbaar onderwijs (ingevoerd door Willem I), de veroordeling en executie van de onschuldigen Coecke en Goethals, het verbieden van universitair onderwijs in het Nederlands en het sanctioneren van professoren die het waagden dit verbod te negeren… De driekleur is het symbool van een hypocriete grondwet, die in principe democratisch is maar… Wat heb je aan vrijheid van drukpers als de massa analfabeet is? Wat heb je aan de vrijheid van ongewapend vergaderen, als een werkdag 12 uur of langer lang duurt? En wat stelt vrijheid van taalgebruik voor, als de administratie eentalig Frans is? Wat is democratie, als van een bevolking van 4 miljoen maar 30.000 inwoners (de adel en de rijksten) stemgerechtigd zijn, toevallig (of niet toevallig, ’t is maar hoe je het bekijkt) allemaal Franstaligen, die dezelfde houding aannemen tegenover het Nederlands als hun collega’s in Parijs. Dat dat niet tot dezelfde culturele genocide heeft geleid als in het Département du Nord, is te danken aan… het openbaar onderwijs in de volkstaal, dat door de separatisten is afgeschaft. Het had net lang genoeg bestaan om een generatie kleine middenstanders voort te brengen, die in het Nederlands kon lezen, schrijven en rekenen, voldoende om niet voor elke handeling aangewezen te zijn op het Frans. Ook al konden West-Vlamingen en Limburgers elkaar mondeling nauwelijks begrijpen, met het Nederlands als schrijftaal beheersten ze een instrument, dat hen ook toegang gaf tot de cultuur en het zakenleven in het Noorden. Net dat hebben de Vlamingen in Frankrijk nooit gehad, waardoor het Vlems aldaar een tot uitsterven veroordeeld pâtois is gebleven.
De driekleur associeer ik ook onwillekeurig met het Oostfront-bis in Korea, met de koloniale uitbuiting van Kongo, met de moord op Julien Lahaut, met rijkswachters die betogers doodschieten in Grâce-Berleur en Zwartberg…
De driekleur is door de separatisten van 1830 als symbool gekozen, om zich in de ogen van de bevolking te legitimeren als voortzetting van de Brabantse Omwenteling van 40 jaar eerder. De driekleur verwijst dan ook naar de kleuren van de Brabantse Leeuw, een gouden leeuw op zwarte achtergrond, met rode tong en klauwen. Die kleuren werden, naar de traditie van toen, gebruikt in cocardes die op de borst gespeld werden, en als vlag in horizontale banen (zoals de Nederlandse, Duitse, Luxemburgse, Bulgaarse… vlag). De enige wijziging die ooit aan de vlag is aangebracht, is het vervangen van de horizontale banen door verticale, waardoor de vlag in zwart-witafbeeldingen niet meer op de Nederlandse, maar op de Franse lijkt (en dat was wel degelijk de bedoeling).
Het maatschappelijk isolement van de orangisten na 1830 was door de repressie zo groot, dat wie in de 19de eeuw wilde protesteren tegen de tweederangspositie van het Nederlands, zorgvuldig vermeed om ermee geassocieerd te worden. De Vlaamse Beweging aanvaardde de Belgische onafhankelijkheid, en richtte enkel sporadisch de pijlen op de pro-Franse rattachisten. Door het succes van “de Leeuw van Vlaanderen” werd het wapenschild – met daarbij de vlag – van de graaf van Vlaanderen het symbool van alle Nederlandstaligen in België. Die leeuw was het “negatiefje” van de Brabantse: een zwarte leeuw op een gouden achtergrond, met rode tong en klauwen. Heel de 19de eeuw door werd de Vlaamse leeuw zo afgebeeld – en in Frans-Vlaanderen bleef dat zo.
De Eerste Wereldoorlog bracht daar verandering in. De door de Duitse diplomatie voorbereide Flamenpolitik, en de genadeloze Belgische reactie op de activisten die op die verleiding ingingen maakten dat na de oorlog steeds meer Vlamingen België de rug toekeerden. In de middeleeuwse feestzalen en nabij de tribunes van de tornooien werden kunstige, soms zelfs natuurzijden, vlaggen gebruikt, waarop de emblemen van de edelen met alle details waren afgebeeld. Op het wapenkleed van de soldeniers werd een soberdere, gestileerde afbeelding gebruikt. De soldeniers van de Graaf van Vlaanderen droegen dus een geel kleed, met een zwarte leeuw erop, die van Limburg een wit kleed met een rode leeuw enz. Details zoals anders gekleurde kroon, tong en klauwen werden weggelaten, alles werd tot de hoofdkleuren herleid. Toen de radicale stromingen binnen de Vlaamse beweging afstand namen van België, zagen ze hierin een manier om van de vermaledijde driekleurencombinatie af te raken. Het symbool van de Vlaamse beweging werd de volledig zwarte leeuw. Vlaggenmakers bleven leeuwenvlaggen met zwarte èn met rode klauwen produceren: de officiële rood geklauwde leeuw was immers ook nog de vlag van de provincie Oost-Vlaanderen. Voor de groeiende rechts-radicale stroming binnen de Vlaamse beweging was het schrappen van de rode klauwen ook een symbolisch afrekenen met het rood van de linkerzijde.
Het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht gaf de Nederlandstalige meerderheid van het land geleidelijk aan de vertegenwoordiging in het Parlement waar ze recht op had. Ze moest dan wel eerst nog binnen de partijstructuren haar rechtmatige plaats veroveren. Toen vanaf 1970 Vlaanderen eigen democratische instellingen kreeg, koos die nagenoeg unaniem voor de symbolen uit “de Leeuw van Vlaanderen”, maar dan wel in de officiële versie, met rode tong en klauwen. Daarmee werd afstand genomen van de volledig zwarte leeuw, die door velen geassocieerd wordt met de collaboratie en uiterst rechts. Daarmee bleef wel het probleem bestaan dat de provincie Oost-Vlaanderen dezelfde vlag gebruikte. Omstreeks 1990 werd daar een mouw aan gepast. De Volksunie behoorde net als de SP tot de meerderheid. De Volksunie was op dat moment een democratische partij, sinds de oprichting van het Vlaams Blok bevrijd van haar extreemrechtse fractie, maar het was nog steeds een partij die liever de driekleurencombinatie kwijt wilde. De socialisten wilden uiteraard het rood niet opgeven. Een afbeelding uit de periode 1560-1570 leverde de inspiratie voor een “Belgisch” compromis. Die afbeelding werd gekozen als officieel symbool van de Vlaamse gemeenschap, een symbool, dat de respectievelijke besmettingen van zijn voorgangers achter zich kon laten: geen connotatie met collaboratie met of ondergeschiktheid aan bezetters of het Belgische koninkrijk. Deze vlag moest het bindteken worden van alle inwoners van het Vlaamse gewest en de Nederlandstaligen in Brussel: een leeuw met … vier kleuren: een zwart beest, met rode tong en klauwen, op een gouden achtergrond, maar met de manen en haren in de pels aangegeven… in zilver (wit). Daarmee was ook het onderscheid met het wapenschild van de provincie Oost-Vlaanderen duidelijk gemaakt – de provincieraad heeft daar overigens ondertussen voor een groene vlag gekozen. Is die nieuwe leeuw het een separatistisch symbool? De organen die aan het symbool zijn officieel karakter verleenden handelden volgens de regels, voorzien in de (huidige) Belgische Grondwet. De Brussels-hoofdstedelijke Iris, de Waals Haan en de Duitstalige leeuw met zijn blauwe rozetten zijn toch ook niet in rood-geel-zwart (of omgekeerd)?
Er is een omzendbrief, die nauwkeurig bepaalt welke vlag waar wanneer moet hangen, afhankelijk van het aantal beschikbare palen. Die omzendbrief is op zich ook al een “Belgisch” compromis, met respect voor ieders symbool, en voorrang op de “eigen” feestdag van elk symbool als uitgangspunt. Dat het 8-meicomité op de correcte naleving van de omzendbrief wil toezien is haar goede recht, maar ik vrees dat ze nogal eenzijdig te werk gaan. Ik zag bijvoorbeeld tot nu toe weinig gemeenschapsscholen in Mechelen die op 11 juli hun eigen (!) feestdag vieren… Iedereen op vakantie?
Wieland Volkaert
Ieder in dit landje heeft zijn eigen feestjesdag. (J.Verminnen)
Juli, dat is het seizoen waarin nationalisten van allerlei pluimage hun jaarlijks krop in de keel krijgen.
De Amerikaanse de vierde, de Vlaamse de elfde, de Franse de veertiende en de Belgische nationalisten de eenentwintigste. Als een monster van Loch Ness duikt ook geregeld het debat over de vlaggen op, en het respect of eerbetoon dat ze al dan niet verdienen.
Voor materialisten, van Batavus Droogstoppel tot evenementenbureaus, is een vlag een gekleurde lap textiel, die als versiering kan gebruikt worden. Wat er op de vlag staat is niet belangrijk, het zijn de frisheid van de kleuren en het gewapper in de wind die bijdragen tot de feestvreugde. Het is een standpunt waarvan je zou denken dat de meeste atheïsten het zouden delen, maar niets blijkt minder waar… Vlaggen zijn, ook in vrijzinnige kringen, symbolen, die met sterke emoties gepaard gaan, en niet enkel de vlag van de eigen vereniging.
De vlaggen historie… Een moeilijk verhaal, niet alleen omdat de emoties die ermee gepaard gaan zo heftig zijn – ook bij mensen die er prat op gaan zich rationalist te noemen – maar omdat de betekenis van de symbolen niet voor iedereen dezelfde is.
Een rode vlag is al sinds de 19de eeuw symbool van opstand en verzet tegen uitbuiting en verdrukking. In Nederland was het uitsteken van een rode vlag de aankondiging van een staking. De Internationale arbeidersbeweging koos de rode vlag als symbool, en sindsdien is rood de kleur van de meeste partijen en vakbonden die zich als een erfgenaam ervan beschouwen, en dat is een brede waaier van brave sociaal-democraten tot dogmatische extreem-linksen. Ook nuchtere socialisten “doet het iets” om op één mei een volkshuis met wapperende rode vlaggen te zien (gelukkig zijn Rumst en Terhagen hier niet zo ver vandaan, daar kun je dat gevoel nog beleven). Uiteraard hebben politieke tegenstrevers dat positieve gevoel niet, en op vele plaatsen wordt aan de bevlagging met rode vlaggen geknabbeld, wanner de socialisten uit de meerderheid verdwijnen.
Toch was het niet voor de eigen rode vlag dat de socialistische fractie op de barricaden klom in de Mechelse gemeenteraad. Op initiatief van het 8-Meicomité werd aangeklaagd dat op de top van de Sint-Romboutstoren de vlag van de stad Mechelen en die van de Vlaamse gemeenschap wapperen, en dat de Belgische driekleur enkel uitgehangen wordt wanneer dat wettelijk verplicht is.
Voor het 8-meicomité is de driekleur het symbool van de parlementaire democratie, van de strijd voor onafhankelijkheid en mensenrechten en tegen de vreemde overheersing. Dat is op zich een eerbaar standpunt, en ik heb daar alle respect voor, of, juister gezegd, ik heb alle respect voor het 8-meicomité. Voor mij heeft de Belgische driekleur emotioneel geen positieve connotatie, integendeel. Voor mij is de driekleur iets dat ik associeer met vermenging van kerk en staat (Te Deum…), het separatisme van 1830 gevolgd door de etnische zuivering van het overheidsapparaat (verwijdering van alle Nederlandstaligen en andere voorstanders van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden), het afschaffen van het openbaar onderwijs (ingevoerd door Willem I), de veroordeling en executie van de onschuldigen Coecke en Goethals, het verbieden van universitair onderwijs in het Nederlands en het sanctioneren van professoren die het waagden dit verbod te negeren… De driekleur is het symbool van een hypocriete grondwet, die in principe democratisch is maar… Wat heb je aan vrijheid van drukpers als de massa analfabeet is? Wat heb je aan de vrijheid van ongewapend vergaderen, als een werkdag 12 uur of langer lang duurt? En wat stelt vrijheid van taalgebruik voor, als de administratie eentalig Frans is? Wat is democratie, als van een bevolking van 4 miljoen maar 30.000 inwoners (de adel en de rijksten) stemgerechtigd zijn, toevallig (of niet toevallig, ’t is maar hoe je het bekijkt) allemaal Franstaligen, die dezelfde houding aannemen tegenover het Nederlands als hun collega’s in Parijs. Dat dat niet tot dezelfde culturele genocide heeft geleid als in het Département du Nord, is te danken aan… het openbaar onderwijs in de volkstaal, dat door de separatisten is afgeschaft. Het had net lang genoeg bestaan om een generatie kleine middenstanders voort te brengen, die in het Nederlands kon lezen, schrijven en rekenen, voldoende om niet voor elke handeling aangewezen te zijn op het Frans. Ook al konden West-Vlamingen en Limburgers elkaar mondeling nauwelijks begrijpen, met het Nederlands als schrijftaal beheersten ze een instrument, dat hen ook toegang gaf tot de cultuur en het zakenleven in het Noorden. Net dat hebben de Vlamingen in Frankrijk nooit gehad, waardoor het Vlems aldaar een tot uitsterven veroordeeld pâtois is gebleven.
De driekleur associeer ik ook onwillekeurig met het Oostfront-bis in Korea, met de koloniale uitbuiting van Kongo, met de moord op Julien Lahaut, met rijkswachters die betogers doodschieten in Grâce-Berleur en Zwartberg…
De driekleur is door de separatisten van 1830 als symbool gekozen, om zich in de ogen van de bevolking te legitimeren als voortzetting van de Brabantse Omwenteling van 40 jaar eerder. De driekleur verwijst dan ook naar de kleuren van de Brabantse Leeuw, een gouden leeuw op zwarte achtergrond, met rode tong en klauwen. Die kleuren werden, naar de traditie van toen, gebruikt in cocardes die op de borst gespeld werden, en als vlag in horizontale banen (zoals de Nederlandse, Duitse, Luxemburgse, Bulgaarse… vlag). De enige wijziging die ooit aan de vlag is aangebracht, is het vervangen van de horizontale banen door verticale, waardoor de vlag in zwart-witafbeeldingen niet meer op de Nederlandse, maar op de Franse lijkt (en dat was wel degelijk de bedoeling).
Het maatschappelijk isolement van de orangisten na 1830 was door de repressie zo groot, dat wie in de 19de eeuw wilde protesteren tegen de tweederangspositie van het Nederlands, zorgvuldig vermeed om ermee geassocieerd te worden. De Vlaamse Beweging aanvaardde de Belgische onafhankelijkheid, en richtte enkel sporadisch de pijlen op de pro-Franse rattachisten. Door het succes van “de Leeuw van Vlaanderen” werd het wapenschild – met daarbij de vlag – van de graaf van Vlaanderen het symbool van alle Nederlandstaligen in België. Die leeuw was het “negatiefje” van de Brabantse: een zwarte leeuw op een gouden achtergrond, met rode tong en klauwen. Heel de 19de eeuw door werd de Vlaamse leeuw zo afgebeeld – en in Frans-Vlaanderen bleef dat zo.
De Eerste Wereldoorlog bracht daar verandering in. De door de Duitse diplomatie voorbereide Flamenpolitik, en de genadeloze Belgische reactie op de activisten die op die verleiding ingingen maakten dat na de oorlog steeds meer Vlamingen België de rug toekeerden. In de middeleeuwse feestzalen en nabij de tribunes van de tornooien werden kunstige, soms zelfs natuurzijden, vlaggen gebruikt, waarop de emblemen van de edelen met alle details waren afgebeeld. Op het wapenkleed van de soldeniers werd een soberdere, gestileerde afbeelding gebruikt. De soldeniers van de Graaf van Vlaanderen droegen dus een geel kleed, met een zwarte leeuw erop, die van Limburg een wit kleed met een rode leeuw enz. Details zoals anders gekleurde kroon, tong en klauwen werden weggelaten, alles werd tot de hoofdkleuren herleid. Toen de radicale stromingen binnen de Vlaamse beweging afstand namen van België, zagen ze hierin een manier om van de vermaledijde driekleurencombinatie af te raken. Het symbool van de Vlaamse beweging werd de volledig zwarte leeuw. Vlaggenmakers bleven leeuwenvlaggen met zwarte èn met rode klauwen produceren: de officiële rood geklauwde leeuw was immers ook nog de vlag van de provincie Oost-Vlaanderen. Voor de groeiende rechts-radicale stroming binnen de Vlaamse beweging was het schrappen van de rode klauwen ook een symbolisch afrekenen met het rood van de linkerzijde.
Het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht gaf de Nederlandstalige meerderheid van het land geleidelijk aan de vertegenwoordiging in het Parlement waar ze recht op had. Ze moest dan wel eerst nog binnen de partijstructuren haar rechtmatige plaats veroveren. Toen vanaf 1970 Vlaanderen eigen democratische instellingen kreeg, koos die nagenoeg unaniem voor de symbolen uit “de Leeuw van Vlaanderen”, maar dan wel in de officiële versie, met rode tong en klauwen. Daarmee werd afstand genomen van de volledig zwarte leeuw, die door velen geassocieerd wordt met de collaboratie en uiterst rechts. Daarmee bleef wel het probleem bestaan dat de provincie Oost-Vlaanderen dezelfde vlag gebruikte. Omstreeks 1990 werd daar een mouw aan gepast. De Volksunie behoorde net als de SP tot de meerderheid. De Volksunie was op dat moment een democratische partij, sinds de oprichting van het Vlaams Blok bevrijd van haar extreemrechtse fractie, maar het was nog steeds een partij die liever de driekleurencombinatie kwijt wilde. De socialisten wilden uiteraard het rood niet opgeven. Een afbeelding uit de periode 1560-1570 leverde de inspiratie voor een “Belgisch” compromis. Die afbeelding werd gekozen als officieel symbool van de Vlaamse gemeenschap, een symbool, dat de respectievelijke besmettingen van zijn voorgangers achter zich kon laten: geen connotatie met collaboratie met of ondergeschiktheid aan bezetters of het Belgische koninkrijk. Deze vlag moest het bindteken worden van alle inwoners van het Vlaamse gewest en de Nederlandstaligen in Brussel: een leeuw met … vier kleuren: een zwart beest, met rode tong en klauwen, op een gouden achtergrond, maar met de manen en haren in de pels aangegeven… in zilver (wit). Daarmee was ook het onderscheid met het wapenschild van de provincie Oost-Vlaanderen duidelijk gemaakt – de provincieraad heeft daar overigens ondertussen voor een groene vlag gekozen. Is die nieuwe leeuw het een separatistisch symbool? De organen die aan het symbool zijn officieel karakter verleenden handelden volgens de regels, voorzien in de (huidige) Belgische Grondwet. De Brussels-hoofdstedelijke Iris, de Waals Haan en de Duitstalige leeuw met zijn blauwe rozetten zijn toch ook niet in rood-geel-zwart (of omgekeerd)?
Er is een omzendbrief, die nauwkeurig bepaalt welke vlag waar wanneer moet hangen, afhankelijk van het aantal beschikbare palen. Die omzendbrief is op zich ook al een “Belgisch” compromis, met respect voor ieders symbool, en voorrang op de “eigen” feestdag van elk symbool als uitgangspunt. Dat het 8-meicomité op de correcte naleving van de omzendbrief wil toezien is haar goede recht, maar ik vrees dat ze nogal eenzijdig te werk gaan. Ik zag bijvoorbeeld tot nu toe weinig gemeenschapsscholen in Mechelen die op 11 juli hun eigen (!) feestdag vieren… Iedereen op vakantie?
Wieland Volkaert